Taal is een ingewikkeld ding. Zéker de Nederlandse taal is een taal waar mensen heel bijzondere capriolen mee uithalen. Als je erop gaat letten kom je de meest interessante constructies tegen. Ik heb er tien uitgezocht die ik veel te vaak tegenkom, maar geloof me: dit is nog maar het topje van de ijsberg. Omdat ik de blogs hier wel leuk wil houden qua lengte voor als onderbreking van je werkdag of vrije avond knip ik ‘m in tweeën. Binnenkort Deel 2. Maar nu eerst: Deel 1.
De verassing
Laten we maar meteen met de deur in huis vallen bij het crematorium. Als je verrassing schrijft met één r, heb je het namelijk over een ordinaire crematie. Erg leuk als je mensen uitnodigt voor een verassingsfeestje of je kinderen een verassings-ei wilt geven. Ik denk dat ik geen zin heb!
Hen, hun en zij
‘Hun kunnen dit wel’ of ‘hun hebben dat thuis’. Tenenkrommend! Eén letter verschil en toch meteen je zin naar de maan.
Hun is een bezittelijk voornaamwoord (hun huis, hun auto) en we gebruiken het als persoonlijk voornaamwoord als het een meewerkend voorwerp is en er geen voorzetsel voor staat. In veel gevallen kun je dat voorzetsel er wel bij denken:
‘De regen is hun te veel.’ (voor hen = hun)
‘Ik gaf hun de bloemen.’ (aan hen = hun)
‘Het huilen stond hun nader dan het lachen.’ (bij hen = hun)
Hen is ook een persoonlijk voornaamwoord (verwijst naar levende wezens of zaken zonder die bij de naam te noemen) dat je kunt gebruiken als lijdend voorwerp (diegene of datgene dat het werkwoord ondergaat) en na een voorzetsel ( voor hen, bij hen, volgens hen).
Hen gebruik je eigenlijk altijd, behalve als het een bezittelijk voornaamwoord is of als er geen voorzetsel (aan, in, voor, op, etc.) voor staat.
In veel gevallen wordt ‘zij’ gebruikt in plaats van hen of hun. ‘Ik gaf ze (hun) de uitnodiging voor het verrassingsfeest.’ of ‘Laat ze (hen) maar praten.’ Dit is vooral geschikt voor meer informele teksten.
Welke, die en dat
Als mensen een nette tekst willen schrijven hebben ze tegenwoordig vaak de neiging om ‘welke’ te gebruiken in plaats van die of dat. ‘Het boek welke ik van hen geleend heb.’ ‘De evenementen welke wij organiseren.’
Allereerst is ‘welke’ als vervanging voor ‘die’ niet fout, maar vooral omslachtig en stijf.
‘Welke’ en ‘die’ leiden allebei een bijvoeglijke bijzin in(stukje in de zin dat meer vertelt over het onderwerp aan het begin van de zin). Welke en die verwijzen allebei naar een de-woord (de evenementen, de auto, alles waar je ‘de’ voor zet) of naar een meervoud. Voor een vlotte zin is ‘die’ altijd beter.
‘Welke’ gebruiken als vervanging voor ‘dat’ is gewoon fout. Als er ‘dat’ moet staan, bij een enkelvoudig het-woord (het boek, het traject) moet je dat ook gewoon gebruiken (het boek dat, het traject dat).
Wil en wilt
Deze gaat héél veel mis tegenwoordig. Alsof de vervoegingen van ‘willen’ met de typmachine de deur uit zijn gegaan.
‘Wilt’ mag je alleen gebruiken in combinatie met ‘jij’ of ‘je’ én bij ‘u’. Iedere andere situatie is ‘wil’. ‘Hij wilt’ of ‘zij wilt’ kan écht niet!
Zo ie zo en sowieso
Dit is er ook eentje waar ik altijd om moet lachen. Het is ook een gek woord, wat we uit het Duits hebben ‘geleend’. Het is ook een heel nieuw woord, want we gebruiken het pas sinds het begin van de twintigste eeuw. Sowieso is eigenlijk heel vreemd, maar we bedoelen er meestal mee dat het is zoals het is. Geen discussie over mogelijk. ‘Ik ga sowieso niet mee.’ ‘Ik heb het sowieso te druk deze week.’
Prima woord, als je het mij vraagt, maar dan moet je het wél goed schrijven. Als sowieso dus. Maar hoe vaak kom jij ‘zo en zo’, ‘zo ie zo’, ‘zo wie zo’ of één van de vele andere variaties tegen? Lachen toch?
De volgende keer:
Jou en jouw
Besef me, irriteer me
Is en eens
Als en dan
Degene
[…] lengte voor als onderbreking van je werkdag of vrije avond knip ik ‘m in tweeën. Vorige maand deel 1 en nu: Deel 2. Spoiler alert: deze zijn wel íets minder grappig dan de vorige keer. Maar ik had […]