Taal is een ingewikkeld ding. Zéker de Nederlandse taal is een taal waar mensen heel bijzondere capriolen mee uithalen. Als je erop gaat letten kom je de meest interessante constructies tegen. Ik heb er tien uitgezocht die ik veel te vaak tegenkom, maar geloof me: dit is nog maar het topje van de ijsberg. Omdat ik de blogs hier wel leuk wil houden qua lengte voor als onderbreking van je werkdag of vrije avond knip ik ‘m in tweeën. Vorige maand deel 1 en nu: Deel 2. Spoiler alert: deze zijn wel íets minder grappig dan de vorige keer. Maar ik had deel 2 beloofd ;-)

Jou en jouw

Eigenlijk net zo moeilijk als me en mijn. Wanneer gebruik je nou welke versie? Dat is eigenlijk helemaal niet zo moeilijk natuurlijk. Toch gaat het vaak fout. ‘Ik hou van jouw…’ Mijn wat? De ‘w’ komt er pas achter als het om iemands bezit gaat. Tot die tijd houden we het gewoon bij jou. Net als bij mijn trouwens. Me moeder bestaat niet.

Besef me, irriteer me

Als we het dan toch over me (niet mij) hebben, is er nog zo’n leuk misverstand. Mensen zeggen namelijk heel vaak: ‘Ik irriteer me ergens aan’ of ‘ik besef me opeens dat…’. Taal technisch gezien klopt dat helemaal niet. Iets kan jou irriteren, maar je kunt niet jezelf irriteren. Alhoewel iedereen natuurlijk begrijpt wat je bedoelt als je het zegt. En je kunt iets beseffen, maar je kunt niet jezelf beseffen. Correct is dan: ‘Ik besef dat dat niet kan’.

Is en eens

Deze komt vaak voor en gelukkig weten veel mensen ook wel dat het niet correct is. ‘Kom is?’ Dat is natuurlijk ‘eens’. Wat wel mag is ‘ns of zelfs ‘s, in plaats van eens. Lekker kort. Als je het aanhalingsteken kunt vinden dan ;-)

Als en dan

Het ‘als-dan-dilemma’. ‘Ik ben groter als jou, als jij, dan jij, dan jou?’ Je merkt dat bijna iedereen er weleens over struikelt. Kinderen zijn er trouwens het best in, maar die hebben sowieso vaak een eigen vocabulaire die we gezamenlijk moeten bijschaven als we ons taaltje in stand willen houden.

  • ‘Dan’ mag je gebruiken na een vergrotende trap, zoals groter dan, minder dan, meer dan, beter dan. Ook na ‘anders’ of ‘ander(e)’ mag je dan gebruiken.
  • ‘Als’ komt na vergelijkingen waarin (net) zo en even worden gebruikt, zoals ‘even oud als’,  ‘net zo leuk als’ of ’twee keer zo groot als’. Ook na ‘hetzelfde’, ‘eenzelfde’ en ‘dezelfde’ komt ‘als’.

Nu alleen nog even onthouden ;-)

Degene

Ook een leuke, mensen die ‘degene’ gebruiken voor voorwerpen, zoals in de volgende zin: ‘Zet je mandje in degene eronder.’ Het woord ‘degene’ verwijst ALTIJD naar een mens. Je kunt ook ‘diegene’ gebruiken, als je wat meer nadruk wilt leggen. Maar als je het woord gebruikt zoals hierboven, zeg je eigenlijk dat je het mandje in de persoon eronder moet zetten. En dat is een beetje raar.